Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God dan maakte [28]die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat [29]kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren. 28. Te weten de zon en de maan, welke groot genoemd worden ten aanzien van haar uiterlijke gedaante, zoals die in onze ogen valt, en haar uitnemende werkingen. 29. Te weten in vergelijking met de zon.